Gastblogger: Myrte van Gurp
Lang voordat de Corona-crisis uitbrak had ik al kaarten besteld; een dagje ondergedompeld worden in de Amsterdamse Schoolstijl leek me wel wat! Een tijdje zag het ernaar uit dat ons uitje niet door kon gaan, maar gelukkig is museum ’t Schip sinds 1 juni weer geopend en vinden sinds heel kort ook weer de bustochten plaats.
Bustochten door Amsterdam
Bustochten ja. Ik hoor je denken en dacht zelf ook wel even: oef, zou dat wat zijn? Man Bas zei nog grappend in de auto; “Denk je dat we de gemiddelde leeftijd omhoog halen of omlaag?” Toch reden we met goede moed op een zonnige zondag van Bergen op Zoom naar Amsterdam toe.
De tour zou om 13.15 vertrekken, en we waren er al om een uur of elf. Lekker op tijd om alvast eens rond te neuzen in het museum. Nadat we onze tickets hadden laten scannen (een hele grote shout out naar de BankGiroloterij VIPkaarten, waar je een hele fijne korting mee kreeg!) liepen we via de lunchroom van het museum naar de buitenplaats. Nieuwsgierig geworden bekeken we alvast het zogeheten “straatmeubilair”; brievenbussen, reclamezuilen, en ook een bushokje in de Amsterdamse Schoolstijl.
Geschiedenis van Het Schip
Een enthousiaste gids vertelde ons over het ontstaan van het Schip; in 1902 werd de woonwet aangenomen. Tot die tijd woonden arbeiders in krotten; piepkleine “huisjes” waar alles op een paar vierkante meter moest gebeuren. De poepemmer werd 2 keer per week geleegd. Er woonden vaak grote gezinnen in zo’n krot, gemiddeld 7 personen. De woonwet stelde dat iedereen recht had op een woning van 40m2, met aparte vertrekken en een toilet/riolering.
Na het bekijken van zo’n krot, liepen we naar de overkant van de buitenplaats, om een woning van 40m2 te bekijken, ook nog eens teruggebracht in originele stijl en helemaal ingericht zoals het er vroeger uit moest hebben gezien. Een flinke upgrade voor de arbeidersgezinnen!
Amsterdam was in die tijd erg verzuild, en zo kwam het dat iedere groepering zijn eigen arbeiderswoningen liet bouwen. Het Schip werd ook zo’n blok met arbeiderswoningen, van de Socialisten. Je ziet dus veel rood (bijvoorbeeld dakpannen) bij het Schip. Michel de Klerk ontwierp het, en hij was een van de Amsterdamse School architecten. De Klerk was zelf de jongste van 25 kinderen, en opgegroeid in een krot. Zijn motivatie om dit soort mooie woningen te maken ( “ om de arbeiders te verheffen” ) was dus duidelijk. Toch bijzonder dat een jongen uit dat milieu het schopte tot een bekende architect.
Het lijkt op een schip
Het Schip heet het Schip omdat het op een schip lijkt. De vorm dus. Al was het niet echt een bijnaam: er zijn genoeg verwijzingen naar water of boten te vinden in en rondom het Schip. Men denkt dus dat de vorm niet toevallig was. Wel apart is de grote rode toren op het Schip. Het is een toren zonder woonfunctie. Hij zit er omdat Amsterdam rond die tijd vooral uit kerktorens bestond, en de Klerk vond dat de Socialisten ook een toren moesten hebben, om mee te tellen tussen die andere torens.
Na de rondleiding aten we een broodje in de lunchroom, er was niet bijzonder veel keuze maar het was prima. Om daarna de verdiepingen te bezoeken. Op de tweede verdieping is een tentoonstelling over Bruno Taut, een architect en kunstenaar uit Berlijn. Hij ontwierp daar oa verschillende huizenblokken en was erg onder de indruk van de Amsterdamse School. Een mooie expositie met veel kleur en ook veel materiaal! Je bent er gauw een uur zoet.
Op de eerste verdieping vind je een uitleg over de Amsterdamse Schoolstijl en de architecten. Daar loop je wat sneller doorheen, al is het erg leuk om te zien dat de architecten niet alleen bouwkunst bedreven maar ook bijvoorbeeld meubilair ontwierpen.
Het was dus al heel vlug 13.00u en wij diepten ons mondkapje op uit onze tas. Tijd om naar de bus te wandelen. We liepen nog een rondje rondom het Schip en dat is absoluut de moeite waard! Je blijft kijken naar alle details, en je verwonderen over de aandacht en tijd die in die details is gestoken. De toren is aan de buitenkant nogal imposant, maar over het hele gebouw zijn uitstulpingen en andere vormen te herkennen. Ramen zijn er in veel varianten, zelfs aan de huisnummers is enorm veel aandacht besteed. De Amsterdamse School ten top; er wordt veel gebruik gemaakt van fantasie en je vindt er ook veel verwijzingen naar de natuur. Leuk detail is dat het gebouw grotendeels nog verhuurd wordt in de sociale sector! Je moet dus rustig rondkijken, met respect voor de huidige bewoners.
Bere relaxte bustocht!
Goed. De bus in. Toch wat lacherig helemaal achterin op de achterbank gaan zitten met zn tweetjes. Het leek immers op een schoolreisje, en ja, we waren echt de jongsten! Maar toen we eenmaal zaten en weg reden, werd het ons al snel duidelijk; een bustour is bere-relaxed.
Marieke was onze gids, en ze verklaarde waarom een bustour zo handig is: je zit hoog en kan dus alle gebouwen goed zien, ook de daken en de hoogtes. Daarnaast hoef je niet op het verkeer te letten, of te kijken waar je loopt. Je hebt dus alle tijd om alle details in je op te nemen. Al na 200m was ik enthousiast!
We reden de Spaarndammerbuurt uit, langs een protestantenblok en een communistenblok. “ goed opletten, dan herken je het straks zelf” zei Marieke. En ja hoor, al gauw wezen we elkaar op de blokken en de zuil die daar dan weer bij hoorde.
Amsterdam had een plan West, om in het westen van de stad arbeiderswoningen te bouwen. Vlakbij de houthavens waar die arbeiders overdag werkten natuurlijk. Maar er was (iets later) ook een plan Zuid, en dat was het einddoel van de tour.
We leerden over de samenwerking tussen Piet Kramer en Hildo Krop. Kramer was de bruggenbouwer in Amsterdam, hij heeft er ontzettend veel ontworpen. Hij gng goed met Krop, die de stadsbeeldhouwer was, en al die bruggen voorzag van een prachtige symboliek, Zo reden we over de vierwindenbrug, waar je op iedere windrichting een figuur ziet; een eskimo, een oosterse krijger en voor het westen: een man met een pak aan en een telefoon in zijn handen. Bij de overtoombrug zie je figuren boten “ overtomen”, wat betekent die boten van hoog water naar laag water brengen. En zo veel meer!
We keken onze ogen uit. Marieke wees ons steeds tijdig waar we op moesten letten (balkonnetjes, ladderramen, kabouters die op een fluit blazen) en we werden fanatiek in het herkennen van bepaalde architecten aan hun stijl.
De architecten van Amsterdam
We zagen natuurlijk ook werk van Berlage, de strenge architect die de Amsterdamse School maar niks vond. Zijn werk is dan ook meteen veel strakker en zakelijker. De Amsterdamse School doet naast zijn werk wat dromerig aan.
Na een fantastische rit kwamen we uit op de van Woustraat, in de Pijp. Tijd om uit te stappen en mee te gaan met gids Anke.
Lopend was het dus inderdaad een stuk lastiger, we moesten een paar drukke straten oversteken maar ook 1,5m afstand houden, en nog proberen Anke te verstaan. En opletten waar we liepen natuurlijk. Anke leidde ons rond in het wooncomplex de Dageraad, ook weer een prachtig staaltje Amsterdamse School werk. Alles wat je je bij een dageraad voorstelt komt terug in dat gebouw. Gele stenen, hanen op het dak zijn maar een paar van de geweldige details die je er ontdekken kan. Binnen in het bezoekerscentrum is nog een kleine stijlkamer te bezoeken, maar veel leuker is het gewoon rond te wandelen en al dat moois zelf te ontdekken. Het viel me direct op dat de lantaarnpalen niet in de wijk pastten; Anke beaamde dat daar flinke ruzie over was geweest!
Na een leuke wandeling gingen de kapjes weer op en lieten wij ons weer door Mariekes prettige stem meenemen door het Amsterdam van vroeger. Na 2,5uur was de bustour voorbij en waren wij een hele leuke ervaring rijker!
Zet dit museum maar op je bucketlist!
Dit museum maar vooral de bustour kan op je lijst; alleen zou ik je jonge kinderen thuislaten, zoals wij ook hadden gedaan. Voor hen is er niet veel actie en het is voor jezelf heel prettig als je de tijd hebt om alles goed te bekijken.
Vol van Amsterdam reden wij weer terug naar ons fijne Brabant!
Myrte van Gurp woont in Bergen op Zoom, is getrouwd met Bas en samen hebben ze 3 zoons: Servaas, David en Bob. Myrte is directeur bij PPINK en gaat graag schat zoeken op rommelmarkten en kringloopwinkels. @myrtevangurp en @vintagevastenavend
Geef een reactie